Let op lichaamssamenstelling bij gebruik van afslankmedicatie

Gastauteur: Rob van Berkel, Onderzoeksdiëtist en schrijver over voeding en gezondheid
Let op lichaamssamenstelling bij gebruik van afslankmedicatie
Het gebruik van afslankmedicatie is de laatste tijd sterk toegenomen. Zowel op voorschrift als via andere kanalen. Het wordt gebruikt om gewichtsverlies te versnellen en te vergemakkelijken. En daar zijn ze effectief in! Maar ze leiden niet alleen tot verlies van vetmassa. Ook spiermassa gaat verloren en niet zelden bovenmatig. Het monitoren van de lichaamssamenstelling is daardoor zinvol omdat er dan tijdig en gericht bijgestuurd kan worden.
Wat doen afslankmedicijnen?
De bekendste afslankmedicijnen zijn wellicht de zogenaamde GLP-1-receptoragonisten (GLP-1-RA), waaronder liraglutide, semaglutide en voor een deel tirzepatide (bevat naast GLP-1-RA ook GIP-RA). GLP-1-RA zijn medicijnen die het natuurlijke hormoon GLP-1 (glucagon-like peptide-1) nabootsen. Ze stimuleren de verzadiging en de afgifte van insuline, onderdrukken de afgifte van glucagon en vertragen de maaglediging. Andere medicijnen werken op het eetlustcentrum in de hersenen (naltrexon/bupropion), of binden het vet in de darm waardoor het niet opgenomen kan worden (orlistat). Dat leidt tot gewichtsverlies en een verbetering van cardiometabole risicofactoren (Liu et al., 2024).
GLP-1-RA leiden in klinische studies tot een gewichtsverlies van gemiddeld 5,3% tot 17,8% na 56 tot 72 weken vergeleken met placebo (Mozaffarian et al., 2025). In de dagelijkse praktijk blijken de resultaten doorgaans iets minder groot. Na 60 weken wordt bij semaglutide (2,4 mg/dag) een gemiddeld gewichtsverlies van ongeveer 8% gezien bij mensen met diabetes en 11% bij mensen zonder diabetes (Little et al. 2023).
Het belang van spiermassa
Spieren zijn belangrijk voor kracht, prestaties en het metabolisme (Harper et al., 2025). Ze nemen via insuline glucose op uit het bloed en verbruiken meer energie dan vet, zelfs in rust. Verlies van een kilogram spiermassa verlaagt het rustmetabolisme met 13 kcal per dag terwijl dit bij vet maar 4,5 kcal is (Wang et al., 2010). Actieve spieren kunnen naar schatting nog eens 50-100 keer meer verbruiken (Holloszy et al., 1984). Meer spiermassa verhoogt dan ook het energieverbruik, wat gewichtsverlies vergemakkelijkt.
Spiermassa ondersteunt ook het lichaam bij dagelijkse activiteiten, bevordert het herstel na ziekte of letsel en helpt het botten en gewrichten te beschermen. Een lage spiermassa is ook geassocieerd met een verhoogd risico op onder andere diabetes type 2, sterfte en een verminderd functioneren op oudere leeftijd (Kim et al., 2024; Visser et al., 2025; Mechanick et al., 2025). Wanneer iemand gewicht wil verliezen is het behoud van spiermassa dus belangrijk.
Het effect van afslankmedicatie op de spiermassa?
Bij energiebeperkte diëten bestaat ongeveer 10-30% van het verloren gewicht uit vetvrije massa (Chaston et al., 2007; Hall, 2007; ). Dit percentage is ongeveer hetzelfde, ongeacht de mate van gewichtsverlies (5-35%) (Magkos et al., 2016). De vetvrije massa is hier een maat voor de spiermassa omdat ongeveer de helft eruit bestaat, naast botten, bindweefsel, organen en water.
Studies met GLP-1-RA laten zien dat het verlies van de vetvrije massa kan oplopen tot 45% na 36-72 weken (Neeland et al., 2024). Er is discussie of dit gepaard gaat met een betere spierkwaliteit door onder andere de afname van triglyceriden in en tussen de spiercellen. Daar zijn aanwijzingen voor (spierkracht neemt bijvoorbeeld niet af), maar dit moet verder onderzocht worden (Prado et al., 2024).
Er zijn echter grote verschillen tussen deelnemers en er wordt ook weleens een verlies van 10-25% gezien (Karakasis et al., 2025). Individuele monitoring van de lichaamssamenstelling is dan ook zinvol.
Het belang van monitoring van lichaamssamenstelling
Door het monitoren van lichaamssamenstelling bij het gebruik van afslankmedicatie krijg je inzicht in de verhouding tussen vet- en spiermassa en of het gewichtsverlies op een gezonde en gewenste manier verloopt.
Regelmatige monitoring kan bestaan uit metingen met een bio-elektrische impedantieanalyse (BIA). Deze methode geeft een beeld van de veranderingen in onder andere vetvrije massa, vetmassa, spiermassa en het watergehalte (totaal, intra- en extracellulair) in het lichaam. Op basis van deze gegevens kan, indien nodig, tijdig en gericht worden bijgestuurd. Als bijvoorbeeld blijkt dat er meer spiermassa verloren gaat dan bij een regulier energiebeperkt dieet (>25%), kan gekozen worden voor aanpassingen in voeding of trainingsschema’s. Bijvoorbeeld door meer eiwit en/of krachttraining te adviseren. Zo vergroot je de kans op duurzaam gewichtsverlies en een betere algehele gezondheid op lange termijn.
Hoe kun je verlies van spiermassa bij afslankmedicatie verminderen?
De afname van skeletspiermassa als gevolg van gewichtsverlies wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van spierafbraak en niet door een afname van de spiereiwitsynthese (Neeland et al., 2024). Strategieën die de spiereiwitsynthese stimuleren, kunnen daarom het aandeel van gewichtsverlies dat afkomstig is van spiermassa verminderen. Voorbeelden van dergelijke strategieën zijn een hoge eiwitinname (1,2-1,6 g/kg/dag) en lichaamsbeweging, en dan met name krachttraining (Cava et al., 2017; Chavez et al. 2024; Dariush Mozaffarian et al., 2024 ). Daarnaast zijn er medicijnen in ontwikkeling die het verlies van vetvrije massa en daarmee spiermassa beperken (Stefanakis et al., 2024; Harper et al., 2025).
Conclusie
Afslankmedicatie kan leiden tot meer verlies van vetvrije massa (waaronder spiermassa) dan regulier afvallen. Soms tot 45% van het verloren gewicht. Monitoring van lichaamssamenstelling is daarom belangrijk om overmatig spierverlies tijdig te ontdekken en bij te sturen. Voeding met voldoende eiwit en krachttraining kunnen helpen spiermassa te behouden en wordt geadviseerd bij gebruik van afslankmedicijnen.
Referencies
Cava E, Yeat NC, Mittendorfer B. Preserving Healthy Muscle during Weight Loss. Adv Nutr. 2017;8(3):511-519. Published 2017 May 15.
Chaston TB, Dixon JB, O'Brien PE. Changes in fat-free mass during significant weight loss: a systematic review. Int J Obes (Lond) 2007; 31(5): 743-50.
Chavez AM, Carrasco Barria R, León-Sanz M. Nutrition support whilst on glucagon-like peptide-1 based therapy. Is it necessary?. Curr Opin Clin Nutr Metab Care. 2025;28(4):351-357.
Conte C, Hall KD, Klein S. Is Weight Loss-Induced Muscle Mass Loss Clinically Relevant?. JAMA. 2024;332(1):9-10.
Hall KD. Body fat and fat-free mass inter-relationships: Forbes’s theory revisited. Br J Nutr. 2007;97(6):1059-1063.
Harper ME, Dent RRM, McPherson R. High-Quality Weight Loss in Obesity: Importance of Skeletal Muscle. Diabetes. Published online July 8, 2025.
Holloszy JO, Coyle EF. Adaptations of skeletal muscle to endurance exercise and their metabolic consequences. J Appl Physiol Respir Environ Exerc Physiol. 1984;56(4):831-838.
Karakasis P, Patoulias D, Fragakis N, Mantzoros CS. Effect of glucagon-like peptide-1 receptor agonists and co-agonists on body composition: Systematic review and network meta-analysis. Metabolism. 2025;164:156113.
Kim D, Lee J, Park R, Oh C-M, Moon S. Association of low muscle mass and obesity with increased all-cause and cardiovascular disease mortality in US adults. J Cachexia Sarcopenia Muscle 2024;15:240–254.
Little D, Deckert J, Bartelt K, Ganesh M, Stamp T. Weight change with semaglutide, Epic, Research, April 25, 2023.
Liu L, Li Z, Ye W, et al. Safety and effects of anti-obesity medications on weight loss, cardiometabolic, and psychological outcomes in people living with overweight or obesity: a systematic review and meta-analysis. EClinicalMedicine. 2024;79:103020. Published 2024 Dec 27.
Magkos F, Fraterrigo G, Yoshino J, et al. Effects of moderate and subsequent progressive weight loss on metabolic function and adipose tissue biology in humans with obesity. Cell Metab. 2016;23 (4):591-601.
Mechanick JI, Butsch WS, Christensen SM, et al. Strategies for minimizing muscle loss during use of incretin-mimetic drugs for treatment of obesity. Obes Rev. 2025;26(1):e13841.
Mozaffarian D, Agarwal M, Aggarwal M, et al. Nutritional priorities to support GLP-1 therapy for obesity: A joint Advisory from the American College of Lifestyle Medicine, the American Society for Nutrition, the Obesity Medicine Association, and The Obesity Society. Obesity (Silver Spring). 2025;33(8):1475-1503.
Neeland IJ, Linge J, Birkenfeld AL. Changes in lean body mass with glucagon-like peptide-1-based therapies and mitigation strategies. Diabetes Obes Metab. 2024;26 Suppl 4:16-27.
Prado CM, Phillips SM, Gonzalez MC, Heymsfield SB. Muscle matters: the effects of medically induced weight loss on skeletal muscle. Lancet Diabetes Endocrinol. 2024 Nov;12(11):785-787.
Stefanakis K, Kokkorakis M, Mantzoros CS. The impact of weight loss on fat-free mass, muscle, bone and hematopoiesis health: Implications for emerging pharmacotherapies aiming at fat reduction and lean mass preservation. Metabolism. 2024;161:156057.
Visser M, Sääksjärvi K, Burchell GL, Schaap LA. The association between muscle mass and change in physical functioning in older adults: a systematic review and meta-analysis of prospective studies. Eur Geriatr Med. Published online May 23, 2025.
Wang Z, Ying Z, Bosy-Westphal A, Zhang J, Schautz B, Later W, Heymsfield SB, Müller MJ. Specific metabolic rates of major organs and tissues across adulthood: evaluation by mechanistic model of resting energy expenditure. Am J Clin Nutr. 2010 Dec;92(6):1369-77.
Zurlo F, Larson K, Bogardus C, Ravussin E. Skeletal muscle metabolism is a major determinant of resting energy expenditure. J Clin Invest. 1990;86(5):1423-1427.